Vandaag zat ik met verdriet

 

Vandaag zat ik met verdriet.

Er was geen lawaai, geen afleiding,

alleen ik en het gewicht in mijn hart

 

Ik dacht dat als ik lang genoeg stil zou blijven,

het verdriet misschien weg zou glippen.

Maar het bleef naast me, geduldig en stil.

 

Ik probeerde het de rug toe te keren,

hopend dat het de weg kwijt zou raken.

Maar waar ik ook heen ging,  het ging mee,

als een schaduw die ik niet kon ontlopen.

Dit was geen spel, het was echt en het was zwaar.

 

Ik veranderde van kamer, veranderde van omgeving.

Maar het verdriet was er altijd, het wachtte op mij,

Met een betraand gezicht dat mijn eigen verdriet weerspiegelde.

 

Ik vroeg het waarom het niet weg wilde gaan,

waarom het zich zo aan mij vastklampte.

Maar het verdriet antwoordde nooit omdat verdriet dat niet hoeft te doen.

Dus in plaats van het weg te duwen liet ik het naast me zitten.

 

Ik stopte met doen alsof ik in orde was.

Ik stond mezelf toe om alles te voelen.

Om elke scheur, elk gebroken stuk te laten zien.

 

Verdriet stelde geen vragen.

Het haastte me niet om te genezen.

Het bleef gewoon, geduldig, terwijl ik weer leerde ademen.

Verdriet at met me mee, ging met mij mee naar bed

en heeft met me mee gelopen.

 

En langzaam begreep ik, zelfs als verdriet op een dag stiller wordt,

de liefde erachter nooit weg zal gaan.

Omdat je nog steeds weg bent, en een deel van mij zal je altijd missen.

Maar zitten met verdriet?

Het is,  hoe ik eer,  wat echt was.